Ga naar de inhoud

jongen toch!

    (voor al die jongens en meisjes)

    Altijd als het er over gaat denk ik aan jou. Als het over die oorlog van toen in Joegoslavië gaat, over het UN leger daar en over het verschrikkelijke Srebrenica gaat. Ik verstil even en ga dan met mijn gedachten terug naar toen. Ik zie ons weer zitten, in die kamer, aan die tafel en jij tegenover mij.

    Vanavond weer. Ik keek naar de TV- serie ‘De Droom van de Jeugd’. Als haar halfbroer thuiskomt uit die oorlog, kijkt Carla hem in de ogen terwijl ze zijn hoofd liefdevol in haar handen houdt. Het is even stil en dan zegt ze zacht:

    ‘Och jongen toch!’ 

    Misschien trof die zin me zo, omdat ik je toen, nu meer dan 25 jaar geleden, in je ogen mocht kijken en jou mocht zien. Wat waren we jong. 

    Ik hoop telkens als ik aan je denk, dat jij je wel genoeg door mij gezien hebt gevoeld? Want wat wist ik?! Ja, weten deed ik, maar of ik écht kon begrijpen? Dat denk ik niet. Beetje bij beetje ben ik door de jaren meer en meer met terugwerkende kracht gaan invoelen en begrijpen hoe jij daar toen zat. Tegenover mij. Wat moet het bevreemdend voor je zijn geweest. En eenzaam misschien ook?

    Ik denk dat ik het nu kan zeggen, nu pas: ik zie je.

    Soms zie ik flarden uit je leven. Mooie beelden van jouw kinderen en vakanties op de socials komen voorbij. Het ziet er fijn uit. Ik zag ook dat je terug bent gegaan, moedig, met iemand uit die tijd en nu pas ook met je kind. 

    Ik hoop dat het goed voor je was. 

    Ik hoop dat het goed met je gaat?