‘Heij, pas je goed op jezelf?!’
Ik zei het zelf regelmatig, met een lieve glimlach en serieuze wenkbrauwen. En nu hoor ik deze aanmoediging zelf ook vaak. Liefdevol, zorgzaam en hartelijk.
Maar, serieus, hoe dan? Hoe weet ik wat goed voor mijzelf zorgen is? Is dat zacht, lief en toegeeflijk zijn voor mezelf, of juist streng en uitdagend? Wanneer weet je, of voel je, wat goed is in zelfzorg?
Het gaat natuurlijk over ‘naar je lijf luisteren’, zoveel begrijp ik. Maar mijn lijf is in de war, beschadigd en ziek. En mijn hoofd praat er voortdurend door heen. En dan heb ik ook nog diep gewortelde verschillende, veelal tegenstrijdige, verlangens. Een ogenschijnlijk simpel advies, goed voor jezelf zorgen, is echt geen sinecure!
En dan nog moeilijker, die andere:
Let op je grenzen! Liever nog: respecteer ze!
Hoe dan? Wat is mijn grens en vooral waar is ‘ie? Hoe weet ik dat ik ver vóór de grens, er precies óp ben of er ver óver? En hoe voel ik dat?
Zucht.
Oh ja en wat ik inmiddels ook vermoed: je grens verandert continue van plek, hij lijkt verstoppertje te met je spelen. Je grens vinden is een onophoudelijke zoektocht in je herstel of verbeteren van je vitaliteit.
Vanmiddag heb ik de wandeling met vrienden, voor morgenvroeg, met lunch, geminimaliseerd tot slechts alleen de lunch. Omdat de wandeling van vandaag me bracht tot een volledige energieloze staat van zijn. Het lijkt er dus op dat ik over mijn grens ben gegaan. Is dat goed of fout? Is het wijs, de wandeling voor morgen afzeggen? Wandelen is goed voor me, maar lieve mensen en gezelligheid ook. De afstand van vandaag, het kleine rondje van een kilometer, was kennelijk te veel. Dat weet ik dus nu achteraf. Lekker dan. Mosterd na de maaltijd.
Zorgen voor jezelf en je grens bewaken lijkt slechts een kwestie van achteraf weten. Ervaringsleren, je neus stoten, conclusies trekken, bakzeil halen en opnieuw beginnen.
Toch? of doe je het dan juist niet goed?