‘Ik weet niet of ik al jullie namen kan onthouden hoor!’
Ik voel me duf van de oxazepam die ik gisteravond in nam. Normaal ben ik niet van ‘versuffen’ of ‘verdoven’, maar na een week nachtelijk piekeren over alles wat er deze dag en de komende dagen mij te wachten staat, leek me een pilletje voor het slapen wel wijs. Dat vond de arts ook.
Opgetogen na een nacht slapen lig ik in een stevige blauwe blouse met blote rug in een ziekenhuis bed. Aan mijn bed verschijnen vriendelijke professionals die zich allemaal -gelukkig- met hun voornaam aan mij voorstellen. Gelukkig, want afstandelijkheid en formaliteit stellen mij niet gerust. En ik heb geruststelling nodig. Juist nu.
Op dit moment zijn er al 6 verschillende zorgverleners aan mijn bed geweest, voor allerlei verschillende voorbereidende medische handelingen. Ik heb al vier keer geplast. ‘Alweer?’ zegt de grote hippe oranje bril lachend. Zij heeft me net een infuus gegeven en met haar zachte ogen en milde verhalen over ditjes en datjes gemoedelijk geholpen. En nu staat Roy tegenover mij, samen met Fleur. Hij is van de Anesthesie en zij is een OK assistent. ‘Wij brengen je naar de operatiekamer’. Nog een lieve blik en een zachte kus van Bertus en we rollen de kleine kamer uit. Achter mij hoor ik hem nog gauw: ‘Toi toi toi Es!’ zeggen.
Ik passeer liggend allemaal blauwe pakken met zachtgroene mutsen. Ze knikken vriendelijk naar mij. Weten ze dat ik doodsbang ben? Hoe dan ook als ik ‘mijn’ chirurg zie voel ik langzaam een kalmte over me komen. Wat fijn dat ik na alle voorgesprekken in de afgelopen maanden nu door haar geopereerd wordt. Ze is me zo vertrouwd. Én ik voel dat ze haarfijn snapt wie ik ben en wat ik wil. Wat zorgvuldig dat ze net vooraf nog even bij me kwam kijken. Even babbelen. Ze neemt nu een vragenlijst met me door en haar stem, maar ook haar hand op mijn arm doen me zuchten. Ik laat weer wat spanning los. Ik kijk als een verwonderd kind in het rond: wat is het hier mooi. Wel heel koud, gelukkig mocht ik de zonnige sokken van Sylvia aanhouden. Boven mij indrukwekkende OK lampen en spacy beeldschermen ín de wand. Het lijkt wel sciencefiction! Ik registreer een dwingende tekst op een van de lampen ‘niet schoonmaken!’. Grappig, denk ik, waarom zou dat zijn?
De vragen van de chirurg zijn op. Ik word opgetild alsof ik 20 kg lichter ben, van het bed naar de operatie tafel. Zodra ik erop ligt wordt het matrasje onder mij vanzelf lekker warm. Met een voorverwarmde deken pakken ze me liefdevol in. De anesthesie-meneer raakt nu zacht mijn linkerarm aan en zegt: ‘Esther, Ik geef je nu over aan Albert, hij gaat goed voor je zorgen’. ‘Dank je wel Roy!’, zeg ik met een knipogende glimlach. Zijn collega’s lachen met hem hardop mee: ‘Ik dacht dat je onze namen niet kon onthouden? Hoe heet mijn collega ook weer?!’ ‘Fleur!’, roep ik snel alsof het een verhoor is. Fleur zwaait!
Dan komt mijn chirurg bij me: ‘Waar ga je zo over dromen Esther?’ Ik denk even na en mijmer wat over een lief Hotelletje in Bretagne. Langzaam zak ik weg.
‘Wilt u een ijsje mevrouw Glas?!’, een stem die vast denkt dat ik doof ben kijkt me vriendelijk vragend aan. ‘Ik ben Esther’, zeg ik met een kraakstem. Ik grinnik: ik ben er weer, onhebbelijk als altijd, als het voornaam wordt. Ik zucht aan één stuk door: Het is achter de rug. Tranen lopen stiekem over mijn wangen terwijl ik onhandig met mijn rechterarm-met-infuus het vrolijk kleurige raketje naar mijn mond probeer te brengen. Mijn linkerarm kan ik niet gebruiken, ik ben aan mijn linkerborst geopereerd. Misschien mijn oksel ook. Niet aan denken.
******
Dat was die donderdag, de dag van de borstoperatie. Nu, thuis op de bank, een paar dagen later, denk ik terug en zie mezelf zitten, op de afdeling, op de rand van mijn ziekenhuisbed. Naast mij, ook op de rand ‘mijn’ chirurg. Ze vertelt mij dat ze er enorm van baalde, maar dat na het telefoontje van de patholoog, ze niet anders kon dan alle okselklieren verwijderen. Dat ze me geruststelde met: ‘Het hoeft niet te betekenen dat het zwaar wordt, het kan altijd meevallen! Laten we er geen drama van maken!’
Wat heerlijk informeel zitten we daar. Ik voel me gerustgesteld en tegelijkertijd teleurgesteld. Ik begrijp haar advies en daar ben ik óók voor: geen drama maken in mijn hoofd, geen selffulfilling-prophecy en niet op zaken vooruitlopen.
De kanker is uit mijn lijf gesneden en de gedachte dat de chemo erg goed haar werk heeft gedaan, geeft me veel vertrouwen voor de toekomst. Met veel dank aan Ester, Danielle, Brenda, Christien, Judith, Roy, Fleur, Albert, Herma en alle vrouwen en mannen van wie ik de namen niet meer kan herinneren, maar die wel ‘mij’ zagen.
En die me bij mijn voornaam noemden.

#polyvagaaltheorie #stephenporges #nervusvagus #figth #flyght #freeze #intiem #informeel #ziekenhuisgroeptwente #borstkliniekoostnederland #mammapoli #hengelo #borstkanker #uitgezaaideborstkanker