Ik werd vanmorgen anders wakker en heb vannacht wéér goed geslapen. Het valt op: het gaat anders. En dat is sinds afgelopen donderdagochtend toen ik tot mijn grote verbazing de nacht met terugwerkende kracht zelfs een tien gaf. Een tien!
De nachten beoordelen met cijfers dát zijn Monique en ik gaan doen na de eerste chemo’s vorig jaar. Beoordelen in cijfers van 1 tot 10, waarbij 1 een pijnlijke slapeloze nacht is en 10 een zalige variant waarover je graag wilt jubelen en natuurlijk alles wat daar tussen zit. Het werd een gewoonte in onze bijna dagelijkse app-wisselingen en antwoord op haar vraag in de ochtenden: ‘Hoe gaat het vandaag?’
Die ‘nacht van tien’ van afgelopen donderdag was een fantastische uitschieter naar boven. Ongekend! Ja, soms was er wel eens een zes, een magere zeven, maar zo lekker lang aan één stuk slapen zonder onderbrekingen, zonder pijn en pijnstillers, dát was zo zalig wakker worden. En nu net weer wakker worden met zo’n tevreden gevoel, het begint op te vallen. Zou er dan toch een stijgende lijn komen?
Het is zondag 15 september, aanstaande woensdag is het zes weken geleden dat ik de laatste bestraling onderging. Zes weken. De voorspelling was dat ik daarna in de herstelfase zou komen. Het lijkt begonnen die nieuwe fase. Ik ben ontroerd, blij en opgewonden. De tranen zitten hoog terwijl ik dit schrijf, maar in mijn borst voel ik opluchting.
Ik merk het niet alleen aan mijn slapen, ik zíé het ook: de huid in mijn hals en bij het sleutelbeen is roze, mijn borst is wel donkerbruin maar de huid is helemaal heel. Het jeukt wel als de ziekte en vanbinnen voel ik regelmatig felle stekende pijnen, maar er is verandering. Mijn voeten ‘gillen’ soms van de restverschijnselen en er is natuurlijk meer schade in mijn lijf. De dagelijkse vele ‘flush’ aanvallen bijvoorbeeld, een overblijfsel van de chemo’s, hebben de huid in mijn gezicht en rond mijn ogen pijnlijk verdroogd en verhard. En de plotselinge misselijkmakende aanvallen van energieloosheid zijn erg vermoeiend, mijn conditie is natuurlijk compleet naar de gallemiezen. En zo is er echt nog wel meer, maar vandaag constateer ik dat ik aan ‘de vierde dag op rij’ begin. Met ouderwetse vreugde en bijna kinderlijke opwinding over het ‘iets van leven’ wat terug lijkt te komen. Ik druk me voorzichtig uit, want mijn bange hart roept: ‘Je hebt nog maar drie goede dagen gehad! Als dat maar goed blijft gaan!’
Ik stel mijn hart gerust en stap uit bed om ook deze dag te beginnen met mijn dagelijkse NiB-tje* en constateer:
‘Esther is in Beweging! Straks maar eens een fietstochtje in de herfst maken. Hoe fijn is dat!’
ps een NiB-tje? Lees hier: https://estherglas.nl/kankeren/lachen/