‘We sturen het weefsel op voor verder onderzoek, het kan in incidentele gevallen nog wel eens zijn dat er uitzaaiingen worden gevonden’.
Ik schrik me te pletter, dáár had ik geen rekening mee gehouden!
Ik zit tegenover de kaakchirurg die op verzoek van mijn tandarts mijn kaken heeft onderzocht op zwakke plekken. Plekken die problemen kunnen geven wanneer ik straks start met infusen ‘bisfosfonaat’. ‘Botversterkers’ noemde mijn oncoloog het en zij raadde het me dringend aan. Die botversterkers moeten namelijk osteoperose, botontkalking, voorkomen en hebben als bijkomend voordeel dat het helpt uitzaaiingen van de borstkanker in mijn botten te voorkomen. De kans op osteoperose is een bijwerking van de hormoontherapie. Die moet ik de komende zeven jaren slikken en de versterkende infusen krijg ik tijdens die zeven jaren vier keer per jaar. Maar die botversterkers veroorzaken soms ook ernstige kaakontstekingen. Ik herinner mij het zure gezicht van mijn oncoloog, hoofdschuddend zei ze: ‘en die wil je niet’. Dus dit bezoek vandaag aan de kaakchirurg is behalve een onderzoek ook een voorzorgsmaatregel.
De chirurg was het met de conclusie van mijn tandarts eens, de kies achterin toonde signalen die kunnen wijzen op problemen in de toekomst. Dus die moest er net uit. Gelukkig bleef het maar bij één kies.
Met dikke watten en een hele vieze smaak in mijn mond luister ik naar het verhaal van de kaakchirurg over het weefselonderzoek. Ik zucht en denk aan Odette. Zij schreef: ‘Voorbij de kanker, is de kanker nooit voorbij’.
Nooit voorbij…
Nu wachten op de uitslag. ‘Wen er maar aan Esther’, zeg ik ferm in mijzelf, ‘dat zal je in de toekomst nog wel vaker overkomen, dat wachten op uitslagen’.