Ga naar de inhoud

volgende fase

    Nee nee!’ roept de burgemeester in de TV-serie, ‘niet díé film!!’ 

    Het dorp maakt zich in de serie op voor een filmvertoning in de buitenlucht en de secretaresse van de burgemeester was zojuist bezig de aankondiging van de film op te hangen. ‘Nee! Niet Love Story! Dat is een liefdesverhaal waarin kanker voorkomt’, licht de burgemeester haar afwijzing toe. De secretaresse reageert verbaasd, er zijn immers zoveel liefdesverhalen waarin kanker voor komt. Maar de burgemeester had zojuist het bericht gekregen dat haar vriendin een knobbeltje in haar borst voelde. 

    Ik ken de film Love Story en herinner mij het verhaal waarin een rechtenstudent en een muziekstudent hevig verliefd worden, maar elkaar en zichzelf in verbinding verliezen in de fase voordat zij sterft aan de gevolgen van kanker. Aangrijpend. Ik voel, terwijl ik wezenloos naar de burgemeester in de TVserie kijk, mijn ogen vollopen en mijn keel dicht knijpen.

    Zo gaat dat de laatste dagen continue. Of het begonnen is met de huilbui uit mijn vorige blog (https://estherglas.nl/kankeren/verloren/), ik weet het niet, maar de tranen vloeien bij alles en nog wat. Natuurlijk raakt het thema ‘kanker hebben’ uit de film Love Story mijn eigen leven, maar het bijzondere is dat ik om echt alles huil of ‘lip’ zoals mijn moeder het noemde. Ik traan bij het zien van de prachtige kerstlichtjes in Amsterdam en Utrecht, loop vol wanneer ik lees over de protestmars van Joden die opkomen voor Palestijnen in Gaza, huil om een klein gebaar van mijn lief, een warm bericht, een gevoel van dankbaarheid, de bomen, de zon, echt alles maakt me aan het huilen.

    Of het nu mooi of pijnlijk is, zonder tranen lijkt het allemaal ineens niet meer te kunnen.

    Ik laat het huilen maar ‘gewoon’ gebeuren. Tegelijkertijd verwonder ik me er over. Of eigenlijk verwondert en beoordeelt mijn brein mijn snelle geraaktheid: ‘Wat is dit nu weer? Waarom zo emotioneel? Je hoeft toch niet overal om te huilen?’ Ik hoor in mijn hoofd ook de zin die me vaak verteld is: ‘Het is ook niet niks wat jij hebt meegemaakt!’ Dat is ook waar en toch blijft mijn hoofd vragen stellen: ‘Heb ik niet genoeg gerouwd? Heb ik misschien teveel ontkent, en te weinig toegelaten? Heb ik wel genoeg stil gestaan bij wat het met me deed?’ En dat gaat dan zo maar door, eindeloos, en hoe meer tranen, des te meer vragen. Mijn hoofd lijkt met logica in mogelijke antwoorden op al haar vragen uit te willen leggen waarom ik huil.

    Daarnet kwam er een andere kant in mij voorbij. Een meer laconieke, berustende kant. Ze zei: ‘Ach joh,in oktober zat je in de euforische fase, je was vrolijk en energiek, je dacht dat je er al was. Toen kwam de ontmoediging in november, je belandde in de dip-fase. Nu zit je in de ‘ik huil om alles-fase’. Past best zo aan het eind van het jaar. Dit gaat ook wel weer voorbij’ En dat stelt me gerust.

    Ik schreef vanmiddag op internet dat ik een blog voelde opkomen over de ‘ik huil om alles-fase’, maar dat ik vermoed dat de wereld niet op dat blog zit te wachten. Wat er toen gebeurde! Onvoorstelbaar hoeveel aanmoedigingen, aansporingen en vertrouwenwekkende berichten ik daarop ontving! En zo ongelofelijk veel liefs en zachts….. daar zit ik nu zachtjes om te huilen.