Ga naar de inhoud

ruimte

    ‘Wat doen we het samen goed hè?!’ zeg ik, terwijl ik naar hem omhoog kijk. Ik lig op mijn rug op de bank en hij zit op de rand van de salontafel. Met een heerlijk geurende noten-zonnebrandolie, bij gebrek aan betere massage-olie, geeft hij mij een oedeem- en litteken massage voor mijn linkerborst, hals, oksel, arm, schouder en rug. Deze massage heeft hij in december geleerd van de oncologische fysiotherapeut. En hoewel hij zelf erg kritisch is op zijn handelingen, ben ik enorm blij met zijn bereidheid om óók dit voor mij te doen. Hoewel behoorlijk pijnlijk tijdens de massage, geeft het erna erg veel verlichting en gevoel van ruimte.

    Terwijl hij masseert denk ik na. Want wat doen we dan samen zo goed? Het is natuurlijk onze liefde. Het is natuurlijk zíjn oeverloze geduld en bereidwilligheid om mij in dit proces zo goed mogelijk te steunen. Maar er is meer. Ik denk verder, reflecteer en zie mijzelf voor me, in de periode van voor de kanker. Ik was druk, bezet met ‘van alles en nog wat’ en reageerde vaak automatisch en veel te snel. En daardoor veroorzaakte ik wel eens frictie in onze communicatie.  Ik stond minder stil en nam minder ruimte voor bezinning. Ik moet nu wel. Bezinnen. Want ik heb veel tijd waarin niks anders past dan bezinnen. En schrijven. Maar dat is natuurlijk ook bezinnen. 

    Maar dan valt het kwartje: kanker helpt me relativeren! Het zorgt ervoor dat ik niet meer zo snel als een ‘bok op de haverkist spring’. Dit ziekteproces leert me de ruimte te pakken tussen de prikkel die ik krijg en de reactie die ik geef. En in die ruimte denk ik heel vaak ‘Och wat maakt het eigenlijk uit?’ Niet een onverschillige variant van ‘wat maakt het uit!’, maar eentje van het ruimte gevende soort. En daardoor reageer ik vaak hardop met: ‘Tuurlijk!’ of ‘Helemaal goed hoor’. Ik geef ruimte en dat werkt goed. Zo fijn dat ik dat me dat bewust ben geworden en heb geleerd.

    Ik kijk hem aan en zeg dan zonder hem deelgenoot te maken van mijn gedachtengang met een haast zoete tevreden toon: ‘Ik ben ook veel verdraagzamer geworden hè?!’ Hij schiet in de lach en spiegelt me gekscherend: ‘Zo grappig dat je vooral jezelf waardeert in ons samen goed doen!’ Ik lach met hem mee, mij ineens bewust dat hij mijn gedachtengang niet heeft kunnen horen. En terwijl we samen lachen, hij masseert, bedenk ik daar liggend op onze bank: ‘Het is óók ons gevoel voor humor!’ Die relativeert ook en lieve hemel, wat geeft die ook veel lucht en ruimte!