Ga naar de inhoud

lunatic

    Ik lig hier nu al 2 1/2 uur, plat op de bank, mezelf af te vragen of ik helemaal gek ben geworden. Heb ik vanmiddag rond het middaguur, tijdens de gedeeltelijke zonsverduistering, mijn verstand verloren?

    Ik plantte 5 kleine boscyclamen, haalde daarvoor zwarte compost onder uit de compostbak, maakte heerlijke Chili Sin Carne, knipte een grote hoeveelheid pluimen uit het uit de kluiten gegroeide Pampusgras, ging om het wintergroen en wat oude beits te verwijderen, met de schuurmachine-muis over de grote ronde buitentafel, en trok onkruid uit de stoep aan de straatkant. Dat laatste deed ik overigens zittend op een stoel waarbij ik mezelf steeds vertelde dat het ‘lui tuinwerk’ was. Of was dat mijn Innerlijke Criticus?

    Dat begon allemaal vanmorgen om 11 uur . Ik lunchte tussendoor en pakte daarna de draad snel weer op. Ondertussen stak mijn stappenteller ettelijke veren in mijn ‘u weet wel’, want meer dan 7000 stappen, dát verdient grote complimenten. Zij, mijn stappenteller, weet niet wat wijsheid is als je bezig bent om van een radiatie-pneumonitis te genezen.

    Ik genoot van het samenwerken met Bertus en het praatje met de buurman in ons tuintje. Om half drie ging ik naar binnen, terwijl ik naar Bertus riep dat ik vanavond onder etenstijd, pak-hem-beet rond half zeven, nog even wilde gaan zwemmen. Ik voelde me moe en had daarom bedacht dat het wat licht poedelen zou zijn en dat ik tot dan ruim vier uur de tijd had om rust te nemen. Misschien zelfs wel een dutje kon doen?

    Terwijl ik binnen op de bank ging liggen dacht ik aan de revalidatie-arts. Ze keek me afgelopen donderdag indringend aan: ‘Ik hoor in je verhaal dat jij jezelf wilt uitdagen, maar pas op, dat is de Prednison! Die jaagt je over je grens en laat je geloven dat je het kunt! Maar het is heel schadelijk voor je lichaam!’ Ze legde uit: bij een gezond mens zorgt het bijnierschorshormoon, waarvan een kunstmatige variant in Prednison zit, dat je tijdelijk in staat van actie en paraatheid komt. Met zo’n maandenlange Prednisonkuur ben ik continu in die staat van zijn. Als ik dan ook nog eens zeer actief ga doen, komt die belasting er extra zwaar bovenop.

    En precies dat deed ik dus vandaag.

    En nu lig ik hier voor Pampus. Ik voel mijn hart bonzen. Ondanks dat ik hier al een tijdje lig blijft mijn hartslag hangen rond de 118. Ik voel me misselijk en heb tegelijk veel trek in eten. Ik ben koortsig, een hete brei drukt achter mijn ogen. Ik zie wazig. Mijn wangen gloeien en terwijl ik rustig probeer te worden door me te focussen op mijn ademhaling, doet mijn hoofd druk. Hyper eigenlijk. Mijn ledematen zijn bizar zwaar. Mijn buik voelt alsof ze niet weet of ik moet zitten of liggen. Ik weet niet waar ik wil zijn, in de stoel op de bank of in bed.

    Jongens nog een aan toe! Wat een idiote, domme, gestoorde acties van mij vandaag! Ik weet het heel goed en toch doe ik het allemaal, terwijl ik Bertus zijn hoofdschudden negeer. Ik ging vandaag niet slechts een beetje, maar kilometers over mijn grens.

    Maar we hebben het wel mooi gedaan!’ roept de Pusher in mij, die het goed kan vinden met mijn Prednison vriend. ‘Ja! Het was écht super leuk en hééél gezellig!’, kirt het kind in mij, die samen dingen doen altijd een klein feestje vindt. Er klinkt ineens ook, in een het soort monote stemgeluid als dat van Maarten van Rossum een gemompel: ‘Misschien is het ergens toch wel goed voor de opbouw van je conditie!’. Hij haalt zijn schouders op. Mijn Pleaser glimlacht tevreden en knipoogt: ‘Hoe dan ook, toch fijn dat je Bertus niet alles alleen hebt laten doen!’. Bij de deur staat mijn Harde Werker, glimlachend en de armen over elkaar met uit één hand een dikke duim omhoog.

    Ik kijk Bertus aan, die vanuit zijn luie stoel vragend en bezorgd mijn blik zoekt. Ik kijk schuldbewust vanaf de bank terug en piep: ‘Ik ga toch maar niet zwemmen!’ Hij glimlacht. Ik ook, zij het wat lafjes en zucht:

    Deze Lunatic heeft vandaag dan nu toch tenminste één verstandige keuze gemaakt’