‘Ik ben benieuwd hoe je dat gaat organiseren’, ze kijkt me met een schuin oog aan. Ik lach en geef onmiddelijk, grinnikend toe: ‘Ik ook’.
We hebben zojuist samen besloten wat het doel is van behandeling en wat de volgende stappen zijn. Voor me zit een arts met een scherp oog. Ik ben blij met haar, ik voel me gezien en gesteund. Bovendien is ze aardig. We besloten dat zowel revalidatie, fysiotherapie en psychologie een goede ondersteuning zou zijn. Ze wil graag dat de disciplines elkaar aanvullen en dat ze daarom gelijktijdig starten. Ik merk op dat ik blij ben met deze luxe aan zorg en dat ik het echt zeer waardeer.
In het begin van ons gesprek vertelde ik hoezeer ik worstel met het tekort aan energie. Ik werk en heb daarnaast dan nog energie voor nog één activiteit, maar daarmee is de koek op. En soms word ik plotseling overvallen door de extreme vermoeidheid, de alles omvattende niksheid waar ik vorig jaar over schreef (alles omvattende niksheid) . Dus ik moet keuzes maken, schipperen. Wat kan wel en wat kan niet. Wat is niet nodig en wat moet. En ik moet het kind in mij (wat zo ontzettend veel leuke en interressante plannetjes heeft) gerust stellen en troosten. Troosten want ze heeft verwachtingen en raakt regelmatig teleurgesteld. Ze wil zo veel, vindt zoveel leuk, mooi, boeiend en interressant! Maar: het kan allemaal niet meer op één dag, wat zij wil en wat ik wil. Althans niet in dit leven na 2 oktober 2023, de ontdekking van de kanker.
Dus hoe ga ik het organiseren? Hoe ga ik de aanvullende zorgmomenten in mijn agenda inpassen? Geen idee. Ik ben een zelfstandig professional en moet dus werken. Er is geen uitkering of ander vangnet wat me aan inkomen helpt. Dus ik moet schuiven en schrappen in privé-activiteiten, dáár plaatsmaken voor de komende zorgmomenten. Het leven lijkt voornamelijk te bestaan uit schipperen en schrappen. Bah!
‘Zullen we je dan wat rust gunnen en na de zomer starten?’ Dat vond ik een goed idee. Een kant in mij haalde opgelucht adem, ik hoorde haar in mijzelf fluisteren: ‘Yes! dan hoeven we nú nog níét te schuiven in de agenda!’
De arts sprak verder: ‘Dan is het wel mooi als de afspraken zoveel mogelijk op één dag plaats vinden, dat zal niet helemaal lukken, maar op welke dagen kun je niet?’ Ik haastte me te zeggen: ‘Oh, niet op vrijdag, want dan moet ik samen met mijn man ons vakantiehuisje schoonmaken, vrijdag is wisseldag, de dag waarop huurders gaan en nieuwe bewoners komen’. Ze keek niet op van haar schrijfblok en zei zacht: ‘Ik zeg niks’.
Ik was ook even stil.