dromerig schommel ik
in de stilte van de tuin
ik zie ze
de gasten voor een week
of soms zelfs twee
vroeger droeg ik aardappels
in de diepte van de kelder
zwaar en vol,
dag in, dag uit
in haar schoot
op haar schort
nachtschade dragen,
zand en krant op mijn bodem
soms rustten haar handen
met zwarte sneetjes, even
zuchtend klemmend om het aardappelmesje
op de rand van mijn riet
nu hang ik ondersteboven
in de veranda in de tuin
ik voel me licht en leeg
in mij schijnt enkel de lamp op tafel
Ik zie ze dromen
en ik weet ze,
ik ken hun verhalen
verlangend schommel ik
hier aan het plafond
denkend aan de donkere kelder
hang ik in hier in stilte,
licht en leeg
(juli 2022, n.a.v. opdracht Heleen Bosma ‘dichten met inspiratie van Szymborska’)