Ga naar de inhoud

brief van mij

    datum: donderdag 3 april

    onderwerp: verleden, heden, toekomst

    —————————————————————-

    Lieve Jij, 

    Je wil het graag nog een keer horen hè? Het verwart je en daardoor heb je het nodig. Ik begrijp dat wel.

    Je bent nu 18 maanden ziek. Soms vraag je plotseling, in een onbewaakt ogenblik, aan je man: ‘Ik ben echt wel ziek hè?’ Hoewel de vraag retorisch lijkt, wil je toch wel graag een antwoord. Hij zegt dan steevast:

    ‘Ja, lieverd, je bent écht ziek’

    Gek hè?! Ondanks alles druppelt jouw werkelijkheid maar traag bij je naar binnen. Zelfs nu je al anderhalf jaar bezig bent te genezen. Opmerkelijk en verwarrend. Want je voelt ook écht dondersgoed dat je maar 4 vitale uren in een dag hebt. Misschien is die verwarring wel wat ‘rouw in levend verlies’ met je doet. Je vertragen in je besef en daardoor steeds de bevestiging van ‘buiten’, of in dit geval van mij, nodig hebben om je te kunnen realiseren:

    Kanker is je écht overkomen en het is écht waar: jij bent ziek en voorlopig nog niet genezen.

    Je probeert je voor de geest te halen hoe het was. Hoe je ging en leefde vóór je kanker kreeg. Je was actief, vitaal, zorgeloos, zonder pillen, lekker werken, leren in opleidingen, gewoon aan het sporten of bewegen, genietend van het leven en allerlei sociale activiteiten, zorgen voor anderen… en je was je niet bewust van wat het leven zo hevig kan verstoren. Je wist het wel, maar het soort weten wat niet écht doordringt tot in je vezels en haarvaten.

    Life is what happens while you are busy making other plans’ Hoe vaak heb je John Lennon de afgelopen periode wel niet gememoreerd?  Zou je meer  van je vitaliteit en gezondheid genoten als je je beter had beseft dat het allemaal niet vanzelfsprekend is? Ik kan het je niet zeggen.

    ‘Het wordt nooit meer zoals het was voordat je kanker kreeg!’

    Hoe vaak heb je dat niet gehoord? Echt ettelijke keren. Mensen zeiden het zodat jij je kon voorbereiden. De zin voelde vaak als ‘accepteer het maar’. Maar accepteren voelt voor jou niet goed. En dat klopt, want dit is nooit klaar, dit draag je je verder je leven met je mee. Dragen en verdragen dát past beter bij je. Gun jezelf tijd om dat te leven en te leren. En wees mild, vraag je ongeduld te temperen en geef jezelf meer.

    Je schreef ooit zelf: de toekomst komt naar je toe, blijf jij maar hier. 

    Want over de toekomst kun je plannen maken. Zeker. Maar we kunnen daarbij snel, en jij kan dat heel goed, ook beren op onze weg bedenken. Dingen fantaseren waar je bang of bezorgd voor kunt zijn. De aanstaande MRI in mei bijvoorbeeld, het komende Zometa infuus, de nieuwe hormoontherapie die gaat komen, of wat als er toch in het najaar uitzaaiingen worden gevonden (want jij weet: de komende 7 jaren komt ‘schoon zijn van kanker’ niet voor in jouw vocabulaire) en wat als we de radiatie-pneumonitis niet onder de knie krijgen? Denken over tegenslagen, het voelen van je zorgen, dat is goed. Zorg en angst wil aandacht en gehoord worden. Sta er bij stil, verdraag het. Maar geef jezelf ook tijd om te dromen. Dromen over een nieuwe toekomst, over fijne dingen in je leven, over werk, opleiding en beetje bij beetje het terugwinnen van je vitaliteit. Dat brengt je wat meer evenwicht, daar waar je nu zo uit balans bent.  

    Ik zeg niet dat het goed komt. Want dat weten we niet. Het zou een valse belofte zijn. Ik geloof wel in jou en heb vertrouwen dat je dit kunt leven, met alles erop en eraan. You go Girl!

    Lieve groet,

    Mij