Ga naar de inhoud

de bijen, de kat en de olifant

    Er giert een een zwerm bijen door mijn lijf, van beneden in mijn buik naar boven en terug via mijn benen naar mijn tenen. En weer naar boven tot aan mijn keel. Ondertussen stampt er een oude olifant in mijn borstkas, op het ritme van mijn hart. Na alle waardering van de afgelopen maanden over mijn positieve instelling en aanvaarding ten opzichte van het hebben van kanker, ben ik nu bang.

    Als ik in de afgelopen dagen de vraag krijg hoe ik me voel, zo vlak voor de operatie, voel ik de bijen gieren en de zware olifant stampen. Ik ben hartstikke bang. Ik zucht en zucht en sta er overdag, regelmatig, bij stil. ‘s Nachts kan ik vaak de slaap niet vatten.

    Als ik mensen vertel dat ik moe en bang ben, en ik krijg de reactie dat dát toch logisch is en dat dát ook mag, reageer ik van binnen als een krijsende kat die hard aan haar staart wordt getrokken. Ik voel dat mijn nagels uitslaan. Geïrriteerd grom ik dan stilletjes in mijzelf: ik heb geen logica nodig voor mijn moeheid, ik heb geen toestemming nodig voor mijn angst! Maar ik houd me in. Ik weet dat het goed bedoeld is, dat het liefde en vriendschap is wat me wil geruststellen. Maar het maakt me boos. Ik ben moe, boos en bang.

    ‘Waar ben je bang voor?’, vraagt Bertus.

    En hij luistert: ‘Nou voor de uitslag van het weefsel in de borst na de operatie. Dat die slecht is en dat er tweede operatie moet volgen, en dat dat een volledige amputatie zal zijn. En bang voor de lymfeklieren, dat tijdens de operatie blijkt dat ze er toch allemaal uit moeten. Bang voor de pijn na de operatie. Bang voor de prik in mijn borst met radio-actief vloeistof voor het opsporen van de poortwachter-klier. Oh ja en ik ben ook bang dat ik tijdens de operatie dood ga. Bang voor de prik naast mijn ruggenwervel om zenuwen plat te leggen. En heel bang voor het potje wat aan mijn lijf hangt, voor het wondvocht wat mee naar huis gaat en oh gat, de grote van een sinaasappel vol oedeem in mijn oksel… bang dat ik niet meer vitaal wordt, of nooit meer gezond. Ik ben zo ontzettend bang…’

    Ik vind het de afgelopen weken moeilijk om me over te geven, mijn gedachten los te laten of om te zijn met wat er is. Het lukt me, vooral ‘s nachts niet, om te verdragen. Het lukt me maar niet te focussen op mijn ademhaling. Ik voel me dan zo onmachtig.

    Ooit gaf ik een lieve vriendin, die het erg spannend vond om voor 400 mensen te spreken (nu doet ze het aan de lopende band) dat als het veel te spannend zou worden, de momenten voor haar spreekbeurt, zij zich zou kunnen focussen op de terugweg. Focussen op het moment dat ze na haar spreken, in de auto naar huis zit en haar hart misschien wel juicht omdat het zo mooi ging. Gek is dat het advies wat voor haar wel werkte, nu ik het mijzelf geef, het niet werkt. Je kent de uitdrukking: de timmerman van wie zijn eigen huis rammelt? Wat ik ook bedenk, hoe ik me ook focus op ‘na de operatie’, meevallende uitslagen, september in Bretagne, volgend jaar op de Mont Ventoux… het lukt me niet!

    Ik ben het kwijt, mijn vertrouwen. Hopelijk is het voor even.