Als je een vrouw voorbij ziet fietsen met haar linkerhand op haar linker borst, dan heb je kans dat ik dat ben.
Het kan ook zijn dat ik mijn linkerhand op mijn rechterschouder hou om mijn borst in mijn linker elleboog stevig tegen mijn borstkast te drukken.
Als ik voor de laatste optie kies, dan voel ik op dat moment schaamte om vrijelijk mijn hand stevig op de tere plek te drukken. Teer, want binnen in de borst is tijdens de operatie veel weefsel verplaatst en verschoven, er is binnenin door het snijden littekenweefsel ontstaan en hoewel de buitenkant er nu netjes uit ziet, voelt het binnenin hard, rommelig en chaotisch.
Ondanks de zware compressie BH die toch heel veel druk geeft (ik heb ze nog steeds niet echt goed geteld, maar volgens mij heeft ‘ie echt 14 haakjes!) voel ik 9 weken na de operatie, tijdens het fietsen, nog steeds ieder bobbeltje, kuiltje of bultje in de weg. Ik ben ineens groot fan van fietspaden-met-asfalt geworden. Ik rij er zelfs voor om.
Het voelt gek, vertelde ik mijn vriendin, om ‘en public’ je borst vast te houden als je een verkeersdrempel over gaat of over een putdeksel moet. Ik weet niet zo goed waarvoor, maar ik schaam me om zo vrijmoedig door de stad te fietsen. ‘Het heurt niet’ om je borst vast te houden. Ik vind het een bijzondere confrontatie: bijna elk eigen lichaamsdeel ondersteunen we of houden we met gemak vast, maar een borst, dat is echt andere koek.
Af en toe doe ik dat dus.
Ik heb inmiddels een coupe met kort haar. Niemand ziet meer dat ik chemo heb gehad of dat ik nu inmiddels 10 maanden in behandeling ben tegen uitgezaaide borstkanker. Ik zie er van buiten niet uit als patient en krijg dan ook zalig veel complimenten: ‘Wat zie je er goed uit!’ en ‘Wat staat je dat leuk dat korte koppie!’ Zo fijn om te horen, helemaal na alle uiterlijke ellende die de chemokuren gaven.
Maar van binnen krimpt mijn borst bij het horen van die complimenten in elkaar en huilt er een klein meisje in mij, want wat voelen we ons vaak belabberd. De dagelijkse bestralingen maken hondsmoe en zorgen ervoor dat ik nauwelijks energie heb voor meer dan 1 sessie werken en 1 sessie bestraling op één dag. ‘Maar het is voor een goed doel’, roep ik dan hardop tegen mezelf en vervolg het met: ‘aan alles komt een eind, ook aan dit!’.
Dan zucht ik diep en fiets ik verder, met of zonder hand op mijn borst.