‘Het is belangrijk dat je als mens met deze ziekte zoveel mogelijk deel blijft nemen aan het maatschappelijk verkeer.’
Ik had deze overtuiging al eens gehoord en gelezen voor ik kanker kreeg.
Logisch!
Meedoen, sociale contacten, conditie onderhouden, zinvol bezig zijn, plezier, ritme, beweging, afleiding…. Het ligt allemaal voor de hand, zo enorm belangrijk om te doen, ook en juist als je een ziekte hebt.
Toen mijn oncoloog zei dat het heel erg goed was dat ik wilde blijven werken, was ik erg opgelucht: heerlijk.
Een paar dagen later zat ik, samen met mijn lief, bij de radioloog. Zij vroeg me hoe ik dacht over de toekomst. Ik liet terloops in mijn vertelling het zinnetje ‘zo normaal als mogelijk’ vallen. Zij raapte het op. Liefdevol waarschuwde ze mij: vanaf nu is niets meer normaal. Natuurlijk! Dat begrijp ik ook wel! Niets is meer normaal. Een beetje protest voelde ik wel.
Ik heb nu mijn eerste chemo achter de rug en toegegeven het viel niet mee. Terwijl door de deskundigen voorspeld was dat de eerste chemo mee zou vallen. Ik reageer dus niet normaal. Daar zit ook geen logica in. Of juist wel?
‘Het is een zoektocht’
Ah! die had ik ook al eens eerder gehoord! Ik ben nu inderdaad ook op zoek, op zoek naar wat bij mij past, niet alleen bij wie ik als mens ben, maar ook wat mijn lijf aan kan. Waar daag ik haar uit en waar respecteer ik haar grenzen. Waar ben ik zacht en lief voor mezelf en waar roep ik ‘Kom op joh!’ Wat neem ik ter harte aan advies wat mij verteld en voorspeld wordt en waar zoek ik het zelf wel uit?
Ik probeer mijn onwetenheid te verdragen en te ervaren dat het verwarrend is. Niets is zeker, niets is normaal, niets is logisch, niets is te voorspellen of vanzelfsprekend.
Maar er is wel iets duidelijk (gelukkig):
Ik moet ruimte maken voor dit wat zo plotseling in mijn leven is neergedaald. Wat ineens uit de lucht kwam vallen.
En dat doe ik dan ook: ik maak ruimte. Ik blijf werken en krijg gelukkig fijne, en hoera zelfs ook ‘gewoon’ nieuwe opdrachten. Ik voel veel vertrouwen bij mijn coachees en opdrachtgevers. Dat is enorm fijn. Ik blijf plezier maken en ontvang mooie momenten. Maar ik maak ook keuzes en moet daardoor echt soms hele fijne, mooie, belangrijke, leuke dingen voorbij laten gaan. Dat is jammer, maar de ruimte die daardoor ontstaat is nu onontbeerlijk.
Gisteren vroeg iemand hoe het met me gaat. Dat vind ik zo heerlijk die nieuwsgierigheid en belangstelling! ‘Ik maak ruimte voor dat wat ik niet ken en waarvan ik niet weet dat het komt’, zei ik.
‘Ja, logisch’, zei hij, ‘dat lijkt me normaal.’