Ga naar de inhoud

wat een lijf!

    ‘Voel je je niet enorm in de steek gelaten door je lichaam?’, die vraag werd me de afgelopen maanden vaker gesteld.

    Gek, maar dat gevoel heb ik niet gehad. De gedachte ook niet. Geen moment. Wel heb ik in mijn denken over ‘Waarom krijg ik kanker?’ wel eens gedacht:

    ‘Heb ík ergens mijn lichaam in de steek gelaten?’

    Je kunt kanker zien als een ‘foutje in de celdeling’, technisch en rationeel. En dat is het natuurlijk ook. Het kan op zichzelf staan die foute celdeling, dan zie je kanker krijgen als gewoon pech. Maar dat ‘foutje’ kan ook het gevolg zijn van omgevingsfactoren zoals gif in de lucht, in ons water of de grond. Of genetisch bepaald. Het kan het gevolg zijn van je leefstijl, en ik moet toegeven dat díé in mijn jonge jaren wel wat te wensen over liet. Leefstijl zo weten we al langer, is ook van invloed op onze gezondheid. En, met de wetenschap van knappe koppen als die van Bessel van de Kolk en Gabor Maté weten we sinds enkele jaren dat onverwerkt trauma ernstige ziektes tot gevolg kan hebben. Kanker kan dus ook het gevolg kan zijn van onverwerkte emotionele pijn. Het gevolg van jarenlang negeren van psychisch pijn en verdriet.

    Ik geloof dan ook dat áls er sprake is van ‘in de steek laten’, het niet mijn lichaam is die me in de steek laat, maar dat het eerder andersom is: wij laten ons lichaam in de steek. Maar ook van die gedachte word ik niet warm. Want dan zou er sprake zijn van schuld, namelijk: het is mijn schuld dat ik ziek ben, want ik heb mijn lijf in de steek gelaten. Bah, schuldig voelen als je al zo ernstig ziek bent, wat naar. Schuldgevoelens, vooral als ze groot en zwaar zijn, werken niet helend, eerder ziekmakend.

    Waar ik wél warm van word is nu te ervaren hoe ongelofelijk sterk mijn lijf is. Want: ik ben er nog. Wat een kracht heeft mijn lichaam om te verduren en te verdragen. Niet alleen de afgelopen acht maanden waarin onder andere een periode lang wekelijks de chemo via mijn aderen naar binnen werd gestuwd. Waarin ik ook tal van andere medicatie tot mij nam, om de bijwerkingen van chemo te verminderen. Maar die dan ook weer bijwerkingen hadden. Het werd aan de buitenkant pijnlijk zichtbaar dat mijn lijf leed aan alle medicijnen: bijvoorbeeld door verlies van mijn haar, de wonden in mijn mond en mijn nagels aan handen en voeten die zwart werden. En in de binnenkant de neuropathie in mijn voetzolen en tenen. En door oedeem waardoor mijn hele lijf van tenen tot kruin opzwol en vurig rood werd. Ik kan nog wel doorgaan wat behandeling tegen kanker met je lijf doet.

    En dan recentelijk de operatie: drie en een half uur onder narcose, weefsel ter grootte van 5.3 cm in het rond werd verwijderd en alle lymfeklieren zijn weg uit mijn oksel. Een liter wondvocht wat zich een weg zocht en de huid van mijn arm, schouder en borst akelig strak spande.

    Aan mijn nagels kun je nu heel goed zien hoe hard mijn lichaam werkt in herstel, langzaam worden ze weer roze. Ik heb weer wimpers en pluisharen op mijn hoofd. En ik kan weer tandenpoetsen met de harde stand van de elektriche tandeborstel. Lopen doe ik inmiddels 2 km, dan een korte pauze en dan weer 2 km. Geduld en vertrouwen brengen me langzaam in herstel, zodat we samen, mijn lijf en ik, straks de bestralingen en hormoontherapie kunnen opvangen. Eerst dacht ik dat ik herstellen met mijn hoofd kon doen. Ik had een plan. Mijn lijf vertelde me dat dát wel slim bedacht was, maar onhaalbaar. Ze remt mij, zodat ik haar niet zal uitputten.

    Wat een lijf! Ze doet het allemaal, met mij en voor mij. Kijk: dáár word ik wel warm van.

    En ik beloof hierbij, dat mocht ik het in het verleden niet zo goed te hebben gedaan, ik nog meer naar haar zal luisteren. Met liefde. Ik zal haar niet in de steek laten.