Hij was altijd te laat. Onze docent Drama. Notabene de leukste les van de hele opleiding: het vak Drama. We waren er ook altijd zo aan toe. Na alle echte, verschrikkelijke drama in het werk waar we voor leerden. Maatschappelijke ellende, in gezinnen, relaties en verhalen over kinderen. Over drank, drugs, schulden en daklozen. Dat was waar ons toekomstige werk over zou gaan. Dus leerden we in gewichtige vakken als Methodiek, Filosofie, Psychologie, Culturele Antropologie en Pedagogiek. Na Recht, de meest saaie lessen over wetten en regelgeving, gortdroog stampwerk met dodelijke taal, daarna waren we er altijd zo aan toe: ons fijne vak Drama. Er kwam weer leven in ons. In de dramalessen.
Maar hij was altijd te laat. De docent drama. Dan zaten in de kring op onze houten stoelen onderuitgezakt op hem te wachten. Die heerlijke man met de wilde bos krullen, bretels over zijn dikke buik en afgezakte ribfluwelen broek. Te wachten op zijn creatieve gekkigheid en grensverleggende voorstellen. Wat was dat genieten! Gewoon lekker spelen!
Maar hij was altijd te laat. En dat te laat komen ging van onze tijd af.
Toen kwam er die keer dat we weer zaten te wachten en dachten: Wat nou wachten! Drama is als wij er niet zijn. We klommen met ondeugd en veel kabaal uit de grote schuiframen van het prefab gebouw en zaten buiten in de natte zanderige goot te wachten. Tassen natuurlijk mee. Zo leek het alsof we er niet eens waren geweest. Het was koud. Doodstil zaten we onder die ramen. Gebukt en gebogen. Hier en daar een zacht onderdrukkende ‘Ssst!’. Doodstil was het in het lokaal. En wij maar wachten en wachten. Tot we binnen een kuch hoorden. ‘Ja! Daar heb je hem!’ Het was het onmiskenbare rokershoestje van Bram. Daar was hij. Eindelijk, maar wel weer te laat. Wat zou er nu gebeuren?
Het bleef stil. Wij bleven stil. Geen kuch meer. Zo bleven we zitten, goed gebukt. Als vierjarigen in de schoolbus na een schoolreis wilden we plots omhoog springen en lachend roepen: ‘Joehoe Bram! we zijn er wel!’ Bij wijze van verrassing. Het idee kwam van Wouter en op zijn teken sprongen we, een twee drie….. We riepen vrolijk en keken door de ramen. De klas was donker. Bram was weg. Het licht was uit.
Bram zat in de docentenkamer te lachen, achter zijn koffie en sigaret. Op de route naar de kantine zagen we door de deur op een kier nog net een glimp van Bram in de rook. Wij dropen af. Teleurgesteld. Geen drama vandaag.
Esther januari 2022