Ik ruik de zoete geur van talkpoeder. We zitten samen op het zachte blauwe sprei. Op de rand van het bed van Opa en Oma. Het is in de opkamer, die met een klein trapje verbonden is met de eetkamer. Daaronder de kelder.
Mijn nichtje en ik. We zijn een jaar of zeven. Buiten schijnt de zon en zijn de grote mensen. Zij weten niet dat we hier zijn. Ons gegiechel wisselt zich af met veel ‘sssst’. Buiten praten ze hard, ze lachen en horen ons niet. Het is feest.
Op de kaptafel staat het lichtblauwe plastic mandje met vuurrood roosje op het deksel. Daar zitten voor ons meisjes interessante dingen in. Een zacht glimmende onderjurk met een kanten randje. Mijn nichtje trekt het aan. Ik giechel. Mag dit wel? We zoeken verder. Ik vind een BH. En trek het aan. Mijn nichtje slaat lachend haar hand voor haar mond, en loopt door de kamer op de sloffen die oma nooit aan heeft. Met hakjes en een pluizig roze bolletje er boven op. Ik maak mijn vlechten los en kam mijn haren voor de spiegel. We poederen onze neuzen en stiften onze lippen. Bah! Wat smaakt dat vies!
Dan zie ik nog wat in het mandje. Wat is dat? Een gek zacht ding. Wacht! Nog een! Het lijkt vol watten. Er zitten lusjes aan, en kleine knoopjes. Mijn nichtje loopt langs en pakt er ook een. Ze kijkt me vragend aan. Ik zet er een op mijn hoofd en knoop de lusjes om mijn oren. Ze doet me na. We vallen van het lachen achterover op het zachte bed. Ssssst!
Dan lopen we het kleine trapje af, mijn nichtje op de muiltjes, via de eetkamer door de keuken naar buiten. Daar is het een vrolijke bende. Opa heeft het hoogste woord en rode wangen. Er staan pinda’s op tafel.
“Hallo!” roept mijn nichtje terwijl ze een stap naar voren doet.
“Hallo!” roep ik en zie dan het gezicht mijn oma. Ze slaakt geschrokken een kreet: “Oh nee toch!”
“Kolderiek!” roept mijn vader.
“Wat hebben ze op hun hoofd?” vraagt mijn oom.
Waarop mijn tante schatert:
“Dat zijn de vullingen van moeder!”
Wij stralen. Het is feest!