Zeven vakken, zeven zware boeken, elke dag weer. Die tas was gewoon niet te tillen. Zwaar leer, met zware boeken. Man, je droeg je een breuk. Je ging er scheef van lopen en je dunnen benen leken haast te bezwijken onder al die boeken, schriften, pennen, passer en multomappen. De broodtrommel en je drinkbeker zeulde je er ook nog bij. En zo sleepten we ons elk uur van lokaal naar lokaal. Dus Henk en ik bedachten een list. Onze deal was slim, praktisch en heel handig:
de ene week zorgde hij voor de boeken en de andere week was ik aan de beurt om te tillen. In de klas schuiven we gewoon de tafels aan elkaar en lezen in de les samen uit een boek. Dat scheelt een hoop gesleur!
Een goede deal, tot we in de eerste week van ons plan, bij meneer L in de klas belanden. We hadden zojuist onze tafels naar elkaar geschoven.
‘Tafels uit elkaar!’, riep hij met de rug naar ons toe.
‘Maar meneer….’, zei ik vol goede moed om onze deal toe te lichten.
‘Tafels UIT elkaar!’ hij keek streng over zijn bril.
‘Maar meneer….’
‘Uit ELKAAR!’ buldert meneer over de hoofden van de scholieren voor ons.
‘Maar….’
‘En NU eruit!’
Ik loop met mijn lichte tas, maar met zware schouders de klas uit. Meneer loopt achter mij aan:
‘Jij met je grote mond, ik wil je het HELE uur niet meer terug zien! En in de volgende les staan jullie tafels uit elkaar!’
Hij buldert zo hard dat de haren in mijn vlechten langs mijn hoofd waaien. Ik voel de druppels van zijn woorden op mijn voorhoofd. Bah!
Door het raam zie ik Henk. Hij kijkt me vragend aan. Ik schudt mijn hoofd en loop zuchtend weg:
‘Met die man is geen slimme deal te maken’